Sociale Zekerheid
Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds
Wie een eigen praktijk heeft, valt onder het statuut der zelfstandigen vanaf het begin van het kwartaal waarin de zelfstandige activiteit wordt aangevat.
Richt u een eenmanszaak op? Dan start uw zelfstandige loopbaan zodra u uw ondernemingsnummer activeert. Als u in vennootschapsverband zult werken, dan moet er een onderscheid gemaakt worden. Krijgt u een mandaat als zaakvoerder of bestuurder in een bestaande vennootschap? Dan zal de ingangsdatum van dit mandaat uw startdatum bepalen. Richt u echter een nieuwe vennootschap op, dan valt de start van uw zelfstandige loopbaan samen met de datum waarop de oprichtingsakte wordt neergelegd bij de Rechtbank van Koophandel.
U moet zich vóór de aanvang van uw activiteit aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Als datum van aansluiting geldt de datum waarop u de aansluitingsverklaring ondertekent. Hiervoor kunt u terecht bij Zenito Sociaal Verzekeringsfonds.
Tip: zorg ervoor dat u zich tijdig aansluit! Doet u dit niet, dan riskeert u verhogingen wegens laattijdige betaling van uw sociale bijdragen en bovendien kan er een administratieve boete worden aangerekend tussen de € 500 en € 2 000.
Hoofdberoep of bijberoep?
Zonder een andere beroepsactiviteit of zonder een vervangingsinkomen moet u aansluiten als zelfstandige in hoofdberoep.
Een aansluiting kan in bijberoep wanneer u over voldoende sociale rechten uit een andere regeling (ambtenaar of loontrekkende) beschikt of voldoende vervangingsinkomen ( werkloosheid, ziekte, ...) ontvangt. In grote lijnen moet u voldoen aan wat men de “halftijdse norm” noemt. Dit betekent dat u elk kwartaal een gemiddelde tewerkstellingsbreuk heeft van minstens 50% en dat u bovendien voldoende uren presteert (235u op basis van een 38-urenweek). Let op, soms is het ook van belang dat het contract de eerste en de laatste werkdag van het kwartaal dekt.
Opmerking: voor statutaire leerkrachten volstaat een halftijdse tewerkstelling niet. Zij moeten minstens 60% werken om te kunnen aansluiten in bijberoep.
Bent u niet zeker of u in hoofd- of bijberoep moet aansluiten? Een sociaal verzekeringsfonds kan u hierin wegwijs maken. Neem eens een kijkje op de website van Zenito of spring binnen in één van de ondernemingsloketten.
Sociale Bijdragen
De meeste zelfstandigen betalen 20,5% aan sociale bijdragen, berekend op het netto belastbaar inkomen van het bijdragejaar waarin de sociale bijdragen verschuldigd zijn. U betaalt elk kwartaal een deeltje van deze 20,5% aan uw sociaal verzekeringsfonds.
Uw netto belastbaar jaarinkomen bestaat uit uw winsten of baten als interieurarchitect en/of uit uw bezoldigingen als zelfstandige bedrijfsleider in een vennootschap (zaakvoerder, bestuurder, werkend vennoot), na aftrek van uw beroepskosten en de betaalde sociale bijdragen. Ook de bijdragen voor uw (Sociaal) Vrij Aanvullend Pensioen kunt u integraal aftrekken.
Uw sociaal verzekeringsfonds komt uw officiële inkomsten pas na een jaar of 2 te weten via de fiscus. Daarom worden er eerst voorlopige bijdragen aangerekend, berekend op uw inkomen van 3 jaar voordien. Bent u nog geen 3 jaar actief als zelfstandige, dan wordt er een voorlopige bijdrage aangerekend op basis van een fictief inkomen. Voor hoofdberoepers bedraagt deze voorlopige bijdrage in 2018 € 721,89 per kwartaal, berekend op een inkomen van € 13 550,50. Let erop dat dit een verplichte minimumbijdrage is. Dat wil zeggen dat deze ook verschuldigd is als uw reële inkomen lager blijkt te zijn.
Nadien, wanneer uw inkomen gekend is, worden uw bijdragen definitief herberekend. U ontvangt dan een regularisatiebericht. Betaalde u te hoge voorlopige bijdragen, dan krijgt u het verschil terug (rekening houdend met de wettelijke minimumbijdrage). Betaalde u te weinig, dan zult u wat moeten bijbetalen.
Let op: de sociale bijdrageberekening kan variëren naargelang uw aansluitingscategorie. Zo moeten gepensioneerden maar 14,70% van hun inkomen afstaan aan sociale bijdragen en zijn student-zelfstandigen vrijgesteld tot een inkomen van € 6 775,24. Neem hier een kijkje voor een volledig overzicht.
Verlaagde bijdrage voor starters in hoofdberoep
Vanaf 1 april 2018 kan een starter in hoofdberoep onder bepaalde voorwaarden kiezen om een lagere voorlopige bijdrage te betalen voor de eerste 4 kwartalen van aansluiting. Dit geldt zowel voor “echte” starters als voor gevestigde bijberoepers die de overstap maken naar hoofdberoep. De verlaagde minimumbijdrage bedraagt € 372,79 per kwartaal (berekend op een netto belastbaar jaarinkomen van € 6 997,55 in plaats van € 13 550,50).
Welke rechten geniet u als zelfstandige ?
Dankzij de betaling van uw sociale bijdragen geniet u een uitgebreide sociale bescherming. Zo heeft een zelfstandige in hoofdberoep recht op:
- Ziekteverzekering (terugbetaling van medische kosten),
- Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid (na 14 dagen),
- Gezinsbijslag (kraamgeld bij een geboorte, adoptiepremie, kinderbijslag),
- Moederschapsuitkeringen,
- Overbruggingsrecht (bij faillissement, collectieve schuldenregeling, gedwongen onderbreking of economische moeilijkheden),
- Mantelzorg,
- pensioen
Als zelfstandige in bijberoep vrijwaart u de sociale rechten vanuit uw hoofdbezigheid (als werknemer of ambtenaar). U bouwt enkel aanvullende rechten als zelfstandige op wanneer u sociale bijdragen betaalt die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage van een zelfstandige in hoofdberoep.
Pensioen
Door het betalen van sociale bijdragen tijdens uw loopbaan, bouwt u een eigen rustpensioen op. Een volledige pensioenloopbaan telt 45 jaar. Om uw pensioen te kunnen opnemen moet u ofwel 65 jaar oud zijn (de wettelijke pensioenleeftijd wordt opgetrokken naar 66 jaar vanaf 2025 en naar 67 jaar vanaf 2030) ofwel voldoen aan de voorwaarden om met vervroegd pensioen te kunnen gaan.
U heeft recht op een (gedeelte van het) gewaarborgd minimumpensioen als u minstens 30 jaar pensioenrechten opbouwde als werknemer en/of als zelfstandige. Het minimumpensioen wordt alleen toegekend wanneer het voordeliger is dan het zogenaamde proportionele pensioen. Dat is het normale pensioen berekend op basis van uw inkomsten en betaalde sociale bijdragen.
Het minimumpensioen dat daadwerkelijk wordt uitbetaald, wordt berekend in functie van de lengte van uw loopbaan. Een volledig minimumpensioen na een volledige loopbaan van 45 jaar bedraagt
€ 1 212 per maand (bedrag van toepassing op 01/01/2018). Wie geen 45 jaar werkte heeft recht op een deel van het volledige bedrag. Heeft u bijvoorbeeld 40 jaar gewerkt, dan heeft u recht op 40/45e van het gewaarborgd minimumpensioen.
Ziekteverzekering en arbeidsongeschiktheid
Naast de gewone ziekteverzekering heeft u recht op uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt slechts toegekend na erkenning door uw ziekenfonds. Uw ziekenfonds zal instaan voor de uitbetaling. De uitkering is een forfaitair bedrag, afhankelijk van uw gezinssituatie. Merk op dat u gedurende de eerste 14 dagen arbeidsongeschiktheid geen recht hebt op een uitkering.
Zet u wegens ziekte elke activiteit stop, dan kunt u bovendien een zogenaamde gelijkstelling wegens ziekte genieten. Dit betekent dat u geen sociale bijdrage hoeft te betalen aan uw sociaal verzekeringsfonds en toch uw sociale rechten vrijwaart (inclusief pensioenrechten).
Kraamgeld, moederschapsrust en gratis dienstencheques
Het kraamgeld is een vast bedrag. Vanaf de vijfde maand zwangerschap kan u het aanvragen bij uw kinderbijslagfonds. Voeg bij uw aanvraag een geneeskundig getuigschrift met de vermoedelijke geboortedatum. Vanaf de tweede maand vóór die vermoedelijke geboortedatum kan de som worden uitbetaald.
Aanstaande moeders actief als zelfstandige in hoofdberoep kunnen gedurende een periode van maximum 12 weken (13 weken bij een meerling) genieten van de moederschapsrust. De periode van moederschapsrust wordt opgesplitst in een periode van voorbevallingsrust en een periode van nabevallingsrust. Daarbij onderscheidt men de periode van verplichte bevallingsrust en de periode van facultatieve bevallingsrust.
De 3 weken verplichte bevallingsrust moet u opnemen gedurende de 7 dagen voorafgaand aan de vermoedelijke geboortedatum en tijdens de 2 weken volgend op de bevalling.
De facultatieve voorbevallingsrust kan u opnemen tijdens de 2 weken voorafgaand aan de verplichte voorbevallingsrust. De facultatieve nabevallingsrust kan u opnemen in verschillende vrij te kiezen periodes van 7 dagen, maar uiterlijk binnen 36 weken na de verplichte nabevallingsrust. U kan er ook voor kiezen om de facultatieve periode van de moederschapsrust halftijds op te nemen. Dit wil zeggen dat u halftijds kan blijven werken en tegelijkertijd een halve uitkering kan ontvangen. U heeft dan recht op dubbel zoveel weken facultatieve rust: maximum 18 weken halftijds (of 20 bij de geboorte van een meerling).
Op voorwaarde dat u minstens de verplichte bevallingsrust opneemt, kan u een moederschapsuitkering aanvragen. U doet dit door na de bevalling een aanvraag in te dienen bij uw ziekenfonds. Bij deze aanvraag vermeldt u het aantal weken dat u wenst op te nemen, samen met de periodes wanneer u de moederschapsrust wenst op te nemen.
Wie recht heeft op de moederschapsuitkering, geniet het kwartaal na de bevalling van een vrijstelling van sociale bijdragen. Tijdens dit vrijgestelde kwartaal behoudt u gratis alle sociale rechten.
Ten slotte heeft u recht op 105 gratis dienstencheques als moederschapshulp na de geboorte van uw kind. Uw sociaal verzekeringsfonds zal u hierover automatisch informeren na de geboorte. De cheques kunnen onmiddellijk na ontvangst gebruikt worden. Een dienstencheque is een betaalmiddel waarmee men erkende ondernemingen kan betalen voor het uitvoeren van een beperkt aantal huishoudelijke taken (schoonmaken, wassen, strijken, naaiwerk, bereiden van maaltijden, boodschappen doen, hulp bij verplaatsingen). Met elke cheque bekomt u 1 uur huishoudelijke hulp.
Kinderbijslag
De kinderbijslag wordt uitbetaald voor schoolgaande kinderen tot 25 jaar. Als het kind 6, 12 en 18 jaar wordt, stijgt dat bedrag. Ook bestaan er aanvullingen voor mindervalide kinderen, weeskinderen en kinderen van invalide of actieve mindervalide zelfstandigen.
Overbruggingsrecht
Als u na een moeilijke periode de activiteiten tijdelijk of definitief moet stopzetten, kan u onder bepaalde voorwaarden terugvallen op het overbruggingsrecht. U krijgt dan gedurende maximum 12 maanden een financiële uitkering en kan gedurende maximum 4 kwartalen uw sociale rechten behouden zonder hiervoor bijdragen te moeten betalen. Het bedrag van de uitkering hangt af van uw gezinssituatie. Let op, tijdens het overbruggingsrecht bouwt u geen pensioenrechten op.
In 4 situaties (met bijkomende specifieke voorwaarden) kan het overbruggingsrecht van toepassing zijn: bij faillissement, collectieve schuldenregeling, gedwongen onderbreking (hiervoor kan er enkel sprake zijn van een brand, natuurramp, allergie veroorzaakt door het beroep en vernieling door een derde) en economische moeilijkheden (ook hier zijn de situaties limitatief: u ontvangt een leefloon, u heeft een vrijstelling van sociale bijdragen verkregen via de Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen of u heeft een laag inkomen).
Mantelzorg
Als u de zelfstandige activiteit tijdelijk onderbreekt (volledig of deeltijds) om aan een ernstig ziek persoon (palliatieve) zorgen te verlenen, kunt u beroep doen op het statuut van de zelfstandig mantelzorger (voorheen: ‘familieplan’). Onder bepaalde voorwaarden voorziet dit statuut in een vrijstelling van bijdragen (met behoud van alle sociale rechten) en een uitkering. Het statuut kan maximum 12 maanden genoten worden.
De persoon aan wie u deze zorgen geeft, is:
- Uw echtgenoot of de partner met wie u wettelijk samenwoont;
- Een familielid tot de 2de graad;
- Iemand met wie u feitelijk samenwoont.
Als u zorgt voor uw kind met een handicap, heeft u ook recht op de bescherming als mantelzorger (zolang uw kind jonger is dan 25 jaar). Wanneer het gaat om een pasgeborene die gehospitaliseerd is, kunt u onder bepaalde voorwaarden ook een verlenging van de moederschapsrust vragen.
Aanvullende verzekeringen
Wenst u zich aanvullend te verzekeren, dan kunt u hiervoor terecht bij uw bank, uw verzekeraar of uw sociaal verzekeringsfonds. Het Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen en de Gewaarborgde Inkomensverzekering voorzien bijvoorbeeld een aantal interessante bijkomende waarborgen. De premies die u betaalt voor deze aanvullende verzekeringen zijn bovendien fiscaal voordelig.